Перевод: с французского на нидерландский

с нидерландского на французский

С нидерландского на:
Французский
С французского на:
Нидерландский

wikkelen (in)

Толкование Перевод

1 envelopper

envelopper [ãvloppee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 omhullen (met) ⇒ wikkelen (in)

2 〈 figuurlijk〉 verhullen ⇒ omhullen (met), omgeven (met), inkleden

3 omringen ⇒ omsingelen, omsluiten

♦voorbeelden:

1    je vous l' enveloppe? • zal ik het voor u inpakken?

〈 figuurlijk〉 envelopper qn. dans, de son influence • iemand geheel onder zijn invloed brengen

envelopper qn. du regard • iemand lang aankijken

II s'envelopper (dans) 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich wikkelen (in)

♦voorbeelden:

1    s'envelopper dans sa dignité • zich draperen in zijn waardigheid

v

1) omhullen (met), wikkelen (in)

2) verhullen, inkleden

3) omsingelen

Dictionnaire français-néerlandais > envelopper
2 enrouler

enrouler [ãroelee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 oprollen ⇒ opwinden, opwikkelen

♦voorbeelden:

1    jupe enroulée • wikkelrok

II s'enrouler 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich slingeren 〈 van weg, planten〉 ⇒ zich kronkelen

2 zich oprollen

♦voorbeelden:

2    s'enrouler dans une couverture • zich in een deken wikkelen

1. v
oprollen, opwinden
2. s'enrouler
v

1) slingeren, kronkelen

2) zich oprollen

Dictionnaire français-néerlandais > enrouler
3 bobiner

bobiner [bobbienee]

〈 werkwoord〉

1 (op)wikkelen ⇒ opwinden, (op)spoelen

Dictionnaire français-néerlandais > bobiner
4 emmailloter

emmailloter [ãmaajottee]

〈 werkwoord〉

1 inbakeren ⇒ in luiers wikkelen

2 omwinden ⇒ omzwachtelen, goed verbinden

Dictionnaire français-néerlandais > emmailloter
5 emmitoufler

emmitoufler [ãmietoeflee]

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 warm inpakken ⇒ warm aankleden, warm wikkelen (in)

II s' emmitoufler (dans) 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich warm inpakken ⇒ zich (warm) hullen (in)

Dictionnaire français-néerlandais > emmitoufler
6 ensevelir

ensevelir [ãsəvlier]

〈 werkwoord〉

1 begraven

2 afleggen ⇒ in een lijkkleed wikkelen

3 bedelven ⇒ 〈 figuurlijk〉 begraven

4 verbergen

♦voorbeelden:

4 la nuit va les ensevelir bientôt • de duisternis zal hen weldra opslokken

Dictionnaire français-néerlandais > ensevelir
7 enveloppant

enveloppant [ãvloppã]

〈 bijvoeglijk naamwoord〉

1 omhullend

2 innemend

♦voorbeelden:

1 un manteau très enveloppant • een mantel waar men zich helemaal in kan wikkelen

¶ 〈 leger〉 mouvement enveloppant • omtrekkende beweging

Dictionnaire français-néerlandais > enveloppant
8 s'enrouler dans une couverture

s'enrouler dans une couverture

zich in een deken wikkelen

Dictionnaire français-néerlandais > s'enrouler dans une couverture
9 un manteau très enveloppant

un manteau très enveloppant

een mantel waar men zich helemaal in kan wikkelen

Dictionnaire français-néerlandais > un manteau très enveloppant

См. также в других словарях:

wikkelen — domru … Woordenlijst Sranan

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

wikkelen (in)

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с французского на нидерландский

wikkelen (in)

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: